Nu, we hebben hier
toch iets meer gedaan als enkel rondslenteren en kijken. Medellin is de enige
stad in Colombia met een metro-netwerk. En wat voor een. Zelfs als Europeaan
die Franse, Engelse en Duitse metro’s gewoon is ben ik zeer onder de indruk van
hoe goed deze hier in elkaar zit. Nooit moet men langer als vijf minuten
wachten, doordat er maar twee lijnen zijn kan men haast niet op de verkeerde
springen, een ticketje kost slechts 1800 pesos (= 77 cent) en als letterlijk
hoogtepunt kan men aan twee uitzijden van de stad kostenloos overstappen in een
kabelbaan die je meeneemt naar de top van de bergen. Dit geeft niet enkel een
indrukwekkend uitzicht op de in het dal gelegen stad (groot, mo groot), het
verbindt ook de arme buitenwijken met het centrum. Een andere zaak wat ik zeer
de moeite vond was het Museo Antioquia (zowaar een museum). Om specifieker te
zijn, de derde verdieping ervan. Die staat namelijk in het teken van Botero,
levende legende in Colombia. Ik ben vooral fan van zijn dikke Jezus en ditto
vrouwen & mannen. Hij maakt al zijn personages en voorwerpen naar eigen
zeggen niet dik maar volumineus, dit om hen een sensuele touch te geven.
Opmerkelijk, deze Botero-verdieping is permanent en élk kunstwerk is een cadeau
geweest van de kunstenaar.
De stad is echter
niet enkel bekend om zijn eeuwige lente en Botero. Naast deze heeft (had) Medellin
nog een wereldberoemde telg: Pablo Escobar. We proberen al een week om een
Pablo-Tour (drie uur durende trip door de stad waarbij men vertelt over het
leven van deze criminele drugsbaron en daarbij stopt bij oa zijn graf, zijn
geboortehuis, ...) maar het blijkt moeilijk te zijn, minibus vol = volgende dag
opnieuw proberen. Hopelijk maandag. In gesprekken met Colombianen die in zijn
tijdperk zijn opgegroeid kregen we al te horen dat men na zonsondergang niet
meer buiten moest komen en dat geweerschoten schering en inslag waren.
Tenslotte probeerden
we deze week nog enkele dagjes te genieten van de rust en de kalmte in Guatape
(2u busrijden in de bergen verder) en San Rafael (nog een uurtje verder). Daar
beklommen we la piedra de Guatape (of de Penol, een naburig dorpje dat zich
deze gigantische steen ook toeeïgend). Het uizicht na het beklimmen van 740
trappen is fenomenaal. 360 graden meer, wouden en dorpjes. Guatape zelf ziet er
nog meer uit als een sprookje dan Cartagena en we verbleven er bij het
sympathiekste, sociaalste & warmste hostel ooit, mi casa Guatape. In San
Rafael waren we de enige bezoekers. Er is dan ook buiten gepensioneerden die
zitten op het plein niets te zien (of toch, goedkope empanadas – 20 eurocent –
en gebakjes – 8 eurocent). Gezellig was het alleszins.
Terug in Guatape
zijn we ook begonnen zelf te koken, eindelijk verse groentjes tussen alle
calorie-bommen. Niettegenstaande probeer ik een dezer de Bandeja Paisa, de
local dish uit Medellin bestaande uit soep, enkele soorten vlees, ei, bonen,
rijst, banaan, aardappelen en met wat geluk ook een schijfje tomaat.
Straks staat een
festival op het programma. Toevallig heb ik de website colombianpunk.com ontdekt
en tot mijn grote verbazing gelezen dat dit weekend het “Festival international
de punk hardcore de la familia para el mundo” plaatsvindt. Dit werd direct met
stip genoteerd: el punk no es muerte! Zelfs niet in Colombia. Na het weekend
volgt zeker een verslag.
Hou jullie goed en
bedankt voor de verschillende reacties, ik probeer ze een dezer via mail te
beantwoorden,
Kenneth
Twee maal zicht vanuit de kabelbaan. |
El jardin botanico. |
Botero. |
Het te beklimmen monster plus zijn uitzicht. |
Guatape. |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten